Brief van een bezorgde hulpverlener

Brief van een bezorgde hulpverlener

Elke avond om 8 uur sta ik te applaudisseren, maar ik vrees dat mijn geklap niet tot bij de WZC geraakt. Medewerkers van WZC, onze helden, die het klaarspelen om in moeilijke omstandigheden te zorgen voor ouderen, zonder te weten hoe deze situatie gaat aflopen. Ik heb veel van hen afgelopen jaar mogen leren kennen en heb zelf gezien hoe zij elke dag begaan zijn met de bewoners. Die krijgen op dit moment ongetwijfeld de allerbeste zorgen. Als dit voorbij is hoop ik dat de erkenning die ze nu krijgen blijft bestaan en dat het beeld dat mensen hebben van het leven en werken in het WZC positiever wordt.  Hou de moed er in, jullie zijn inderdaad helden. Blijf goed zorgen voor de bewoners maar ook voor elkaar!

Ik ontving dit weekend een pakkende brief van een hulpverlener, een getuigenis. Het toont de kracht, creativiteit, integriteit en warme zorg van medewerkers van WZC. Ik hoop dat we dit beeld ook na deze crisis kunnen blijven vasthouden … en erkennen.

Hallo allemaal,

Ik kan niet meer slapen dus heb ik besloten een brief te schrijven om jullie te laten weten dat ik me zorgen maak. Ik werk in een woonzorgcentrum en zit in een fantastisch team. Voor het virus waren we hard aan het werk om te kijken hoe we de kwaliteit van leven in een woonzorgcentrum konden verhogen. We waren bezig om te kijken hoe we de bewoners hun privacy konden verhogen, hoe we hen meer inspraak in hun leven konden geven, … Maar nu, nu is het anders. 

Iedere dag proberen we er een normale dag van te maken. We stappen het woonzorgcentrum binnen met een glimlach, proberen onze angst te verbergen, zingen en dansen samen met de bewoners, kijken hoe we hun familie kunnen geruststellen en proberen hen troost te bieden. Maar dan is er een hoest, iets wat dagelijkse kost is in een woonzorgcentrum, maar de angst slaat toe. Paniek! Zou het virus dan toch binnengeraakt zijn? Alle hens aan dek om uit te sluiten dat het geen corona is. De huisarts beoordeelt dat er geen gevaar is maar toch zijn we niet helemaal gerust en gaan we na welke contacten deze persoon de laatste 7 dagen heeft gehad en hoe het met deze personen gesteld is? We proberen elkaar gerust te stellen en glimlachen geruststellend naar de bewoner die toch iets gemerkt heeft. De rust is teruggekeerd.

Dan is er nieuws van het thuisfront. Een broer van een bewoner heeft het te pakken. Hoe brengen we dit aan? Zeggen dat alles wel goed komt, kan niet. Zij weten ook wel wat er aan de hand is. Troosten door een knuffel te geven maakt ons bang, iets dat we vroeger zonder te twijfelen deden. 

We werken een plan uit om de strijd te kunnen aangaan wanneer het nodig zou zijn. Laat ons hopen van niet, maar we weten het niet. Op zoek naar moedige medewerkers die in de frontlinie willen gaan staan. Een team dat 7 dagen in quarantaine gaat, weg van hun familie en samen met hun collega’s gaan zorgen tot de laatste moment. Wat er ons te wachten staat, geen idee. We hebben wel een vermoeden en dat maakt ons bang. We proberen zoveel mogelijk antwoorden te krijgen op onze vragen maar jammer genoeg kunnen we niet op alles voorbereid zijn. We maken ons razend kwaad als we zien dat er mensen met een mondmasker rondlopen die het niet nodig hebben. Eerst was er bezorgdheid of er wel genoeg ontsmettingsalcohol zou zijn. Nu de brouwerij dit voor ons aan het maken is, is dit een zorg minder. Vrijwilligers zijn aan de slag gegaan om mondmaskers te maken, laat ons hopen dat ze tijdig klaar zijn. Vragen zoals: Wat als ik zelf ziek geraak? Kunnen jullie me dan garanderen dat ik dan zelf zuurstof krijg? Wat als er iemand terminaal is? Kan de familie dan nog waardig afscheid komen nemen, … De tranen springen in mijn ogen. Laat ons hopen dat we ons plan nooit uit de kast moeten halen. Hopelijk is deze onzekere periode snel voorbij en kunnen we terug verder werken aan de kwaliteit van leven. 

En het gekke is, is dat dit ons onrechtstreeks ook de kwaliteit doet verhogen. Mensen maken terug meer tijd voor elkaar; Iedere dag skypen met de familie, terwijl we ze vroeger 1 keer om de 14 dagen zagen; Iedere dag drinken we met de andere bewoners een glas en keuvelen we wat aan tafel, We zijn meer betrokken met de bewoners, vragen bezorgd hoe het met hen gaat, praten over vroeger, praten over hun kinderen en kleinkinderen, …

Laat ons hopen dat het snel voorbij is en dat we dit kunnen vasthouden.

Groetjes van een bezorgde zorgverlener.